Lezing Job Cohen 2023
homoseksueel. U hebt dus ook de namen voorgelezen van Hendrik Cohen en Flora Cohen-Polak - mijn grootouders.
Hen wil ik in deze overweging belichten.
Mijn grootouders waren, zo is mij duidelijk geworden, vooraanstaande Rotterdammers, en belangrijk in de Joodse gemeenschap. Mijn grootvader behoorde, samen met zijn broer Hartog en zijn zuster Margaretha tot de eerste generatie die universitair waren opgeleid: alledrie zijn zij apotheker geworden. Mijn grootvader was bovendien een vooraanstaand wetenschapper op het gebied van de geschiedenis van de geneeskruidcultuur; hij werd privaatdocent, lector zouden wij nu zeggen, aan de Leidse universiteit - waar hij, tezamen met alle joodse docenten, in november 1940 ontslagen werd - omdat zij Joden waren. Hendrik speelde een belangrijke rol bij tal van joodse charitatieve instellingen; zo was hij voorzitter van Montefiore, regent van het Israëlitisch Ziekenhuis en van het Oudeliedengesticht in Rotterdam. Tenslotte: drager van het Kruis van Verdienste van het Nederlandse Rode Kruis.
Het verbaast dan ook niet dat hij voorzitter werd van de Rotterdamse afdeling van de Joodse Raad, dat verschrikkelijke werktuig, zo weten wij nu, van de Duitse bezetter, met behulp waarvan zo vele joden, in Rotterdam via Loods 24, eerst naar Westerbork en vandaar naar een vernietigingskamp in Duitsland of Polen gedeporteerd werden.
Wij weten natuurlijk niet welke overwegingen Hendrik, daarin ongetwijfeld bijgestaan door Flora, heeft gehad, niet alleen bij de aanvaarding van dat voorzitterschap, maar ook bij het continueren daarvan, toen de ellendige taak die zij hadden, steeds duidelijker werd. Het moet een vreselijk dilemma zijn
geweest: enerzijds het zo goed mogelijk bijstaan van je mensen en het zoveel mogelijk afremmen van de door de bezetter bevolen maatregelen, anderzijds steeds duidelijker voelen dat je een werktuig bent geworden in handen van die gewetenloze Duitse bezetter. De ontruiming van het Joodse ziekenhuis, het Gesticht voor Oude Lieden en het Joods Weeshuis, zij behoren tot de zwartste bladzijden uit de geschiedenis van Joods Rotterdam, zoals zo treffend
beschreven op de site van joodserfgoedrotterdam.nl.
Toen vrijwel alle joden uit Rotterdam gedeporteerd waren, was de Joodse Raad niet meer nodig en werden ook mijn grootouders, met hún moeders, gedeporteerd, eerst naar Westerbork, daarna naar Bergen Belsen, waar mijn grootvader op 11 januari 1945 overleed, en mijn grootmoeder op 4 maart 1945 - ongeveer een maand voor de bevrijding van Bergen Belsen. Hoe gruwelijk het in Bergen Belsen geweest moet zijn, is vastgelegd op film - gruwelijker beelden ken ik niet.
Hoe is het mogelijk dat dit ooit heeft kunnen gebeuren? Hoe is het mogelijk dat zovelen zich achter de politiek van het Nazisme en het fascisme hebben geschaard - of zich daar niet tegen gekeerd hebben? Het zijn niet gemakkelijk te beantwoorden vragen, zeker als wij ook vandaag om ons heen kijken en zien op hoeveel plaatsen in de wereld oorlog met alle
wreedheid van dien plaatsvindt. En dus is er alle reden om ons, op een dag als vandaag, te realiseren dat de vrijheid die wij in ons land nu al meer dan 75 jaar kennen, een grote vreugde is - maar bepaald niet vanzelf spreekt.
In 2017 legden mijn broer, mijn neef en ikzelf Stolpersteine bij Rozenburglaan 100, het laatste woonhuis van onze grootouders. Bij die gelegenheid sprak mijn broer Floris, inderdaad, genoemd naar grootmoeder Flora, onder meer de volgende woorden:
“Rondom me voel ik, en ik weet dat ik verre van de enige ben, sinds een jaar of twee drie hoe het tegengif tegen de levensgrote gevaren van verstard groepsdenken — dat tegengif van de na de Tweede Wereldoorlog zo doelbewust en ingespannen gemaakte afspraken, getroffen regelingen, gesloten compromissen — hoe dat uit de bloedbaan van de Europese en ook de Atlantische samenleving wegsijpelen. Eigen land eerst. Eigen groep eerst. Die anderen, die deugen
niet. Het gaat hard, het gaat verdraaid hard. Je ziet de opportunisten de lucht opsnuiven en, nu nog onder voorbehoud want je weet het nog niet zeker, opschuiven in de richting van aansluiting. Je ziet hoe allerlei soms wel degelijk gerechtvaardigde grieven wederom de gedaante aan gaan nemen van, en beleefd worden als, groepsconflict. En bovenal, je ziet op welke deels oude en vertrouwde, deels nieuwe manier de demagogen met die grieven aan de haal gaan.
opportunisten de lucht opsnuiven en, nu nog onder voorbehoud want je weet het nog niet zeker, opschuiven in de richting van aansluiting. Je ziet hoe allerlei soms wel degelijk gerechtvaardigde grieven wederom de gedaante aan gaan nemen van, en beleefd worden als, groepsconflict. En bovenal, je ziet op welke deels oude en vertrouwde, deels nieuwe manier de demagogen met die grieven aan de haal gaan.”
Zeker, dat is gemakkelijker gezegd dan gedaan. Ik weet niet hoe het u vergaat, maar ik voel me bij tijd en wijle machteloos, bezorgd. Ik heb me afgevraagd: wat kan ik zelf doen? Wat kunnen wij van onze generatie doen om de wereld voor onze kinderen en kleinkinderen beter te maken of tenminste goed te houden? Toen aan mij de vraag werd gesteld of ik op middelbare scholen les zou willen geven over de Tweede Wereldoorlog heb ik niet geaarzeld.
Ja, de Tweede Wereldoorlog ligt steeds verder achter ons, is voor de jongste generaties geschiedenis. Maar veel kinderen, zeker in onze grote steden, zijn zelf in aanraking gekomen met oorlog en uitsluiting, of hebben klasgenootjes, die gevlucht zijn of zich bedreigd voelen omdat ze anders zijn.
De Tweede Wereldoorlog laat zien waar dit alles toe kan leiden en is daarmee geschiedenis waar zij van moéten horen - zodat zij hun bijdrage kunnen leveren aan een samenleving waarin vrijheid en verbondenheid bevochten blijft worden.Net als vele anderen vertel ik mijn familiegeschiedenis op scholen. Het verhaal van mijn tijdens de oorlog ondergedoken ouders en in Bergen-Belsen vermoorde grootouders. Ik vertel ook de dilemma’s van toen. Het dilemma van de Joodse Raad.
persoonlijke verhalen indruk maken, hoe zij er muisstil naar zitten te luisteren, hoe zij er verstandige vragen over stellen en verstandige antwoorden op die vragen geven - en mij na afloop een hand geven om me te bedanken.
aan een opmars bezig - luister naar de woorden van mijn broer in 2017.
Laten we niet zwijgen; laten we met elkaar blijven praten; laten we met elkaar en op een waardige manier de dialoog blijven voeren om samen tot oplossingen te komen. En neem onze kinderen mee; het is de wereld van morgen, hun wereld, waar wij nu voor moeten zorgen.